dagen aan een stuk 1.0
dagen na elkaar zonder onderbreking
Ter uitdrukking van de onafgebroken herhaling gedurende een lange termijn en vaak
met de bijgedachte aan de verveling of saaiheid die daardoor ontstaat.
Algemene voorbeelden
De stormen in Newfoundland komen van nergens en duren dagen aan een stuk.
Het was juni en het regende nu al dagen aan een stuk, het groen van de bomen leek al een bruine tint te krijgen en het moest nog zomer worden.
Het lianenextract mag alleen onder toezicht van sjamanen genomen worden, na het volbrengen van zuiveringsrituelen die dagen aan een stuk kunnen duren.